Miranda Vroon (L.J. Mariastichting) en Ad van der Helm (VKMO-Katholiek Netwerk)
Waar liggen je wortels en welke rol speelde religie in jouw jeugd?
Miranda:
Ik ben van 1971 en geboren in Tilburg. Mijn vader was voornemens in te treden bij de Kapucijnen maar stopte met zijn opleiding eind jaren 60. Hij ontmoette mijn moeder in de studentenkerk Maranatha in Tilburg. Dat is een belangrijk gebouw in onze familie. Mijn ouders trouwden daar en later trouwden wij daar ook en lieten we er onze kinderen dopen. Mijn ouders zijn na hun trouwen in Dongen gaan wonen. In de Paulusparochie daar zijn mijn ouders altijd erg actief geweest. Een actieve parochie met veel vrijwilligers. Mijn ouders zijn nog altijd als vrijwilligers betrokken bij deze parochie. Ik ben daar ook mee opgegroeid, ik was bij het jongerenkoor, zat in de tekstgroep, hielp met vieringen maken, het ging allemaal een beetje vanzelf. In die tijd gingen we vanuit de Pauluskerk ook naar de bijeenkomsten van de 8-meibeweging.
Na de middelbare school ben ik 2 jaar in Oostenrijk geweest. In eerste instantie om daar vrijwilligerswerk te doen in een bejaardenhuis. In Oostenrijk had je toen nog een echte volkskerk. Een kerk met veel jongeren voor wie geloven heel vanzelfsprekend was, het was totaal anders dan ik in Nederland gewend was. Ik leerde in Oostenrijk theologiestudenten kennen en besloot in het tweede jaar dat ik daar was theologie te gaan studeren. In september 1991 ben ik opnieuw begonnen met de theologie-studie in Tilburg. Voor mij voelde die opleiding echt als thuiskomen. Ik ben in 2013 gepromoveerd bij Ellen van Wolde (Oude Testament).
Ik woon nu samen met mijn man, mijn ouders en onze dochter met haar vriend en onze drie katten in een verbouwde woonboerderij in Dongen. Ik werk in het ziekenhuis van Tilburg als geestelijk verzorger. Mijn inwonende dochter studeert hbo-Theologie in Utrecht; ik kan haar een beetje ondersteunen bij haar studie.
Ad:
In ben geboren in Nootdorp in 1962, aan de vooravond van het Tweede Vaticaans Concilie. Ik kom uit een katholiek tuindersgezin. We gingen naar de kerk, ik was misdienaar. Op de katholieke middelbare school waarop ik zat was ik lid van de identiteitscommissie die vieringen voorbereidde. Die vieringen waren destijds echt onderdeel van de school, de hele aula zat vol met leerlingen.
Er kwam een nieuwe priester in ons dorp. Hij kon prachtig de link leggen tussen de Bijbelverhalen en ons eigen leven. Als misdienaar en acoliet maakte ik hem regelmatig mee bij uitvaarten en bij huwelijksvieringen. Hij inspireerde me enorm en dat bracht mij op het idee om theologie te gaan studeren en priester te worden. Ik ging studeren in Amsterdam. Omdat ik een klein dorp gewend was, ging daar een wereld voor me open en ik heb er nooit spijt van gehad. Uiteindelijk ben ik in Straatsburg kerkelijk recht gaan studeren en ben ik daar gepromoveerd. Daar maakte ik kennis met de wereldkerk die nieuw voor me was. Sindsdien ben ik echt Europeaan geworden, ik leerde begrijpen hoe Europa in elkaar zit, zowel de Europese unie als de Raad van Europa. Een periode die mijn leven verder richting heft gegeven. Daarna ben ik weer terug naar het pastoraat gegaan en heb ik op verschillende plekken lesgegeven.
Waarom vind jij het belangrijk dat het VKMO-Katholiek Netwerk bestaat?
Ad:
Een aantal jaren geleden leerde ik het VKMO kennen bij de Rome-reis. Daar zag ik het enthousiasme van mensen die vanuit hun geloof actief zijn in de samenleving. Het VKMO is een verband van allerlei katholieke maatschappelijke organisaties waarbij de twee begrippen katholiek en maatschappelijk daadwerkelijk een samenhang hebben met elkaar: juist omdat je katholiek bent wil je maatschappelijk relevant zijn. Het katholiek sociaal denken en doen leeft in dit netwerk. Dat vind ik boeiend en inspirerend. Daarom vind ik het fijn om deel uit te maken van dit netwerk. Mensen die vanuit hun hart en hun bevlogenheid aan de slag willen met elkaar omwille van de wereld waarin we leven. Het is een mooie, warme en vertrouwde groep mensen, divers en enorm gevarieerd en daarom heel boeiend.
Waarom is het belangrijk dat de L.J. Mariastichting bestaat?
Miranda:
Het belangrijke van de L.J. Mariastichting is dat het vrouwen ondersteunt die in de kerk willen werken. Toen ik studeerde had ik nog nooit gehoord van die stichting terwijl die al wel bestond. Het feit dat er een stichting is die het belangrijk vindt dat vrouwen in kerkelijke functies kunnen gaan werken en de opleiding daarvoor financieel wil ondersteunen is goed. Dankzij deze stichting hebben al heel wat vrouwen die zelf geen mogelijkheden hadden hun studie te financieren, theologie kunnen studeren en werk gevonden in de kerk of als geestelijk verzorger. We zijn een kleine stichting, inmiddels is ook de OGA bij de stichting gekomen. Deze stichting ondersteunt mannen en vrouwen die een studie tot docent levensbeschouwing willen gaan doen en daarvoor zelf onvoldoende financiële middelen hebben. Het is jammer dat er we weinig passende subsidieaanvragen ontvangen.
Wat betekent hoop in het werk dat jij doet voor de stichting?
Miranda:
Ik hoop dat meer vrouwen onze stichting vinden om hun theologie studie mogelijk te maken. Dat zij hun weg vinden naar hun opleiding en uiteindelijk ook in kerkelijk verband mogen werken. Ik ben opgegroeid in een tijd waarin dat heel vanzelfsprekend was, inmiddels is het heel moeilijk geworden voor vrouwen om zich professioneel in te zetten voor de kerk. Ik hoop dat daar verandering in gaat komen.
Ad:
Ik deel de zorg van Miranda, er worden steeds minder vrouwen benoemd in de kerk terwijl ze wel nodig zijn voor de kwaliteit van de kerk en het pastoraat. Ik hoop ook echt dat we vrouwen kunnen helpen en ondersteunen in het vinden van een goede werkplek binnen de kerk.
Voor het VKMO hoop ik dat we in 2025 een hele mooie Romereis kunnen organiseren. Mensen verbinden en in contact brengen met de wereldkerk waar zoveel gebeurt, zoveel mensen samen werken, vanuit hun geloof en bevlogenheid actief zijn in de samenleving. Het contact met de wereldkerk kan inspiratie bieden voor ons werk in de Nederlandse samenleving. Het gaat niet goed in Nederland, het zou mooi zijn als de maatschappelijke organisaties samen met de kerk, ondanks de verschillen, kunnen werken aan een betere samenleving. Dat is echt nodig. Mensen snakken naar bemoediging en bezinning, daar kunnen we betekenisvol zijn.
Wat was een bijzonder moment in je werk of je leven, en wat doe je graag in je vrije tijd?
Ad:
Vorig jaar hadden we een heel mooi jaar rond Paus Adrianus VI. We begonnen met een klein groepje, maar dat kreeg een enorme uitstraling. De NOS en de KRO besteedden daar aandacht aan. Er werden nogal wat activiteiten ontplooid, lezingen en ontmoetingen georganiseerd. We maakten een boek dat we in Rome aan de paus hebben aangeboden. Het was echt een mooie reis en een inspirerend jaar.
In mijn vrije tijd ben ik graag met vrienden, samen koken, eten, praten en wandelen. Daarnaast lees ik graag een goed boek en kan ik genieten van een mooie film of serie.
Miranda:
De coronaperiode was voor ons in het ziekenhuis een bijzondere periode. Daar hebben we veel meegemaakt en hard gewerkt. Veel patiënten bij kunnen staan en helaas ook veel mensen zien overlijden. Voordat ik fulltime in het ziekenhuis ging werken werkte ik ook als pastor bij de Zusters van Liefde In Tilburg. Een aantal van deze zusters moest tijdens de coronaperiode worden opgenomen in ons ziekenhuis. Er was weinig bezoek mogelijk en ik vond het heel bijzonder dat ik hen in het ziekenhuis als extra pastor kon bijstaan. Als ik medezusters ontmoet hoor ik ook van hen dat zij dat gewaardeerd hebben.
Twee van de pastoors uit mijn jeugd zijn in het ziekenhuis in Tilburg overleden; dat ik nog even contact met hen kon hebben was bijzonder. Eigenlijk is het ook echt bijzonder om elk mens bij te staan en bijvoorbeeld de ziekenzegen te mogen geven voor hun overlijden. Elk verhaal van een mens is speciaal.
Wij wonen samen in een oude grote boerderij met een grote tuin. Daar is veel werk te doen. In de tuin, maar ook veel klussen in huis. Ik ga voor in een geloofsgemeenschap. En ontspannen bij de tv, een film kijken, daar houd ik zeker ook van.
Beeld Miranda Vroon © KRO-NCRV