Dubbelinterview

Dubbelinterview

Wilfred Kemp – KRO-NCRV (1960, Willeskop)
Frank Marcus – SKVM en SMLB (1956, Den Haag)

Welke katholieke waarden draag jij mee als persoon?

Wilfred:
Van huis uit heb ik een katholieke opvoeding meegekregen. In mijn tienerjaren ben ik vooral bij de kerk gebleven voor de muziek. We hadden in mijn geboortestreek in Montfoort een vooruitstrevende pastoor die veel eigentijdse muziek toestond tijdens de mis. Toentertijd vond ik dat fantastisch, was ik actief bij het jongerenkoor. Ik speelde er orgel.
Nu kijk ik anders naar die periode. In een poging de liturgie begrijpelijker en daarmee toegankelijker te maken, hebben ze achteraf gezien het kind met het badwater weggegooid. Na jaren gekerkt te hebben in de oecumenische basisgemeenschap van de Dominicuskerk in Amsterdam, ben ik uiteindelijk weer betrokken geraakt bij een meer traditionele parochie. Sindsdien ben ik ook groot liefhebber van de Gregoriaanse muziek geworden. Muziek en het katholieke geloof, dat is geloof ik wel een rode draad in mijn leven.

Ook in meer algemene zin drijft het geloof mij en dan vooral de waarden die daaruit voortkomen. De zelfstandige unieke eigenwaarde van de persoon en hoe die zich verhoudt tot de gemeenschap. Dat spanningsveld intrigeert mij. Aan de ene kant vinden wij vrijheid belangrijk, we willen kunnen doen waar we zin in hebben, en tegelijkertijd willen we ergens bij horen. En dat laatste kan alleen als niet altijd je zin doet, maar juist rekening houdt met elkaar. Daar worstelen wij als samenleving mee, met die spanning tussen gemeenschap én persoon. Ik zie het katholieke geloof en haar waarden nog steeds als zeer relevant. Het imago van de katholieke kerk is momenteel verkeerd, daardoor liggen haar schatten op zolder te verstoffen. Ik zet mij in om die laag stof eraf te halen om al het moois te tonen.

Frank:
Ook bij mij is het katholieke geloof er met de paplepel ingegoten. In een levendige katholieke gemeenschap in Spijkenisse groeide ik onder de rook van de stad Rotterdam op. Kerkelijk gezien ben ook ik met zogenaamde beatmissen en meer vooruitstrevende gedachten groot gebracht. Het was in een tijd waarin de kerken verlaten werd door velen, er werd gezocht naar uitingsvormen die aanspraken. Het katholieke geloof heeft mij ondanks de vele kerksluitingen wél gevormd. Saillant detail uit die periode, mijn vrouw en ik waren het laatste echtpaar dat in het huwelijk trad voordat onze kerk sloot.

In mijn werkzame leven bij de marine heb ik ook veel mensen ontmoet met andere achtergronden, vaak ook vanuit geloof. Je voelt je daardoor snel verbonden, vormt gemakkelijk een hechte gemeenschap met elkaar. Ik denk dat ik dit ook meekreeg vanuit mijn katholieke opvoeding, die inclusiviteit. Dat waardering voor de ander om wie hij is belangrijk is, omdat ook hij een persoon is. Als je de ander waardeert kan je pas een gemeenschap vormen. Waarin eenieder met zijn eigen drijfveren en zijn eigen leefwijze er kan en mag zijn.

Beschrijf jullie organisatie, wat is jouw rol daar binnen?

Frank:
Ik werk als directeur voor de SKVM en SMLB. De Stichting Katholieke Vorming voor Militairen (SKVM) kent een klein bestuur van slechts drie man, we beoordelen verzoeken voor rooms-katholiek vormingswerk voor geestelijke verzorgers. Denk dan aan de inhoudelijke vorming waarin vooral de morele dilemma’s van geestelijk verzorgers aan de orde komen. Maar het gaat ook over het organiseren van pelgrimstochten voor veteranen, bijvoorbeeld naar Santiago de Compostella, de vorming zit dan meer in de fysieke reis en de bijzondere ervaringen.

Als voorzitter van de Stichting Militaire Lourdes Bedevaart (SMLB) houd ik mij bezig met de organisatie van de jaarlijkse Militaire Bedevaart naar Lourdes voor (oud)militairen. Veel mensen die meegaan hebben PTSS in alle gradaties. Op verschillende wijzen maken zij de pelgrimstocht. Per bus, trein, vliegtuig en er gaan ieder jaar zelfs een groep met de motor. De gemeenschappelijke dagen in Lourdes zijn een ware uitlaatklep voor de deelnemers, vaak om zich voor even weer te kunnen herpakken. De deelnemers ontmoeten onderweg naar en in Lourdes hun maten. Ze kunnen samen over elkaars ellende praten, zich opladen voor een nieuw jaar. Het is vooral de saamhorigheid die hen bindt en natuurlijk ook de plaats Lourdes, in mindere mate het geloof. We creëren daar gezamenlijke momenten, zoals het lopen van de kruisweg of een mis in de grot. Lourdes is gewoon een heel bijzondere plek waar je de universele kracht van het ritueel ervaart. De militaire bedevaart is een klasse apart onder de pelgrimstochten. Samen zijn en samen delen is het devies.

Wilfred:
Mijn rol binnen de KRO-NCRV is momenteel die van eindredacteur katholieke programmering. Denk daarbij aan de zondagse eucharistieviering en het geloofsgesprek. Ik werk dus nog steeds in de hoek waar ik destijds begon in de media. Toen bestond de RKK nog, een 2.42 omroep met zendtijd voor de katholieke minderheid in ons land. Zendtijd die grotendeels betaald en bepaald werd door de Nederlandse bisschoppenconferentie. Een constant spanningsveld. Maar wel typisch katholiek, in de spanning het met elkaar volhouden, in plaats van afsplitsen en afzonderlijk doorgaan.
Die echte katholieke programmering van dit moment is ondergebracht bij de KRO-NCRV onder de levensbeschouwelijke programmering. Ik ben niet heel optimistisch over de toekomst van deze specifiek katholieke programmering. Wanneer in 2026 het omroepbestel weer op de schop gaat, zal er dan nog altijd plaats zijn voor twee christelijke omroepen?

Op welke manier komt het katholiek sociaal denken terug in jullie werk?

Wilfred: In de vorm van menselijke waardigheid. Van groot belang vinden wij bij de KRO-NCRV dat de mensen die binnen onze zendtijd in de schijnwerpers belanden altijd mensen blijven. Dat zij nooit verworden tot objecten in de strijd voor kijkcijfers. Bij ons is er meer dan bij de andere omroepen – en zeker dan bij de commerciële zenders – een plaats ingeruimd voor nazorg. Veel mensen realiseren namelijk niet waar ze ja tegen zeggen als ze deelnemen aan een televisieprogramma. Wij voeren een selectie wie wel en niet in onze programma’s komen, dat doen wij heel zorgvuldig. Ook al aan de voorkant. Een persoon die kijkcijfertechnisch erg goed zou scoren, maar waarbij wij twijfelen of alle aandacht wel goed is voor deze persoon, daar zeggen wij nee tegen. Neem bijvoorbeeld Boer Zoekt Vrouw, wat veel mensen helemaal niet weten is dat bij dat programma ook veel nazorg geboden wordt. Zoals bij al onze programma’s. Redacteuren krijgen de tijd om contact te onderhouden met programmadeelnemers, dat wordt tevoren ingecalculeerd.

Frank:
Bij onze organisatie zie ik vooral menselijke waardigheid en het algemeen welzijn. Je houdt rekening met anderen omdat je met elkaar een gemeenschap vormt. Het uitgangspunt is niet een basis van hiërarchie, maar van gemeenschap. Als wij met elkaar de SMLB een bedevaart in Lourdes hebben, word je niet op jouw rang aangesproken, die hiërarchie valt helemaal weg, samen vier je daar het weekend.

Defensie zelf is ook een stuk kleiner geworden, je kan je niet meer verschuilen achter jouw rang. Tegenwoordig vorm je veel meer een team. Je bent zo sterk als de zwakste schakel en moet elkaar dus echt door en door leren kennen. Een team zo aansturen dat ze het werk samen doen. Wanneer je op missie bent is het belangrijk om de lokale bevolking te tonen dat je er voor hen bent. Dat je hen wilt zien, je doet het werk voor andere mensen en dat moet je uitstralen. Omdat zij als persoon belangrijk zijn, omdat je hun gemeenschap veiliger wilt maken.

Wat betekent het Paasfeest voor jullie persoonlijk?

Wilfred:
Het Paasfeest is voor mij persoonlijk het belangrijkste katholieke feest. Vanuit esthetisch perspectief vind ik de hele liturgie van een onovertroffen schoonheid. Inhoudelijk, betekent Pasen voor mij veel meer dan het stoppen van de bloedsomloop van Jezus Christus 2000 jaar geleden. Het ‘dood gaan’ in de Bijbel staat vaak ook symbool voor bij de pakken neerzitten, een leven in onderdrukking, voor misbruik of een leven dat het niet waard is om leven genoemd te worden. In Ezechiel 37 staat: ‘wij zijn dood omdat we geen toekomst meer zien.’ Afgesloten zijn van de toekomst dus. Het Paasfeest leert ons dat we altijd uit de dood kunnen opstaan, dat die mogelijkheid aanwezig is. Dat geeft mij een enorm vertrouwen, dat het kan. Ik hoop dat wanneer mijn dood aanstaande is, dat dit dan ook gaat lukken. Het Paasfeest geeft mij dat vertrouwen. Geloven is je overgeven aan het leven in het besef dat je er niet alleen voor staat en in het vertrouwen dat het uiteindelijk goed komt. Er is altijd Iemand die bij jou is.

Frank:
Ik herken veel van wat Wilfred zegt. Ik ben koster in de Heilige Jozefkerk te Gouda. De symboliek van het Paastriduum beleef je tijdens de Paasdagen heel puur met de geloofsgemeenschap. Dat doet mij veel. De dood is er niet voor niks, er is een leven na de dood. Je leeft in de wetenschap dat je er niet alleen voor staat, dat het aardse leven niet eindig is. Ik heb gelukkig weinig ellende gekend in mijn leven, oplossingen reikten zich altijd aan. Maar als die momenten komen, dan is er hoop. Dat leert het Paasfeest mij.

Hoe komt het Paasfeest tot uiting in jullie werkzaamheden?

Frank:
Wanneer we op missie waren betekende het Paasfeest voor de meeste jongens een stuk minder dan bijvoorbeeld het Kerstfeest. Toch vierden we Pasen vaak met de lokale bevolking. In Eritrea waren we gehuisvest naast een klooster Salesianen, min of meer toevallig omdat daar een waterbron was waar we gebruik van konden maken. Daar voelden we tijdens het Paasfeest de echte verbinding met de lokale bevolking. We hebben het Paasfeest daar samen met Eritreeërs en Ethiopiërs gevierd, dat maakte het tot een bijzondere gebeurtenis, het maakte wat los en werd een echte uitwisseling met de lokale cultuur, terwijl we op missie waren.

Wilfred:
Afgelopen Pasen was ik door corona eindelijk eens thuis en kon ik het feest met onze kerkgemeenschap vieren. De afgelopen 25 jaar was ik tijdens de Paasdagen altijd in Rome aan het werk. Ik vier het Paasfeest dan eigenlijk samen met collega Lidy Peters. Je bent dan vooral met de televisie-uitzending en het verslaan van het Urbi et Orbi bezig. Je beleeft het Paasfeest dan niet persoonlijk. Ik zit tijdens de paaswake in de Friezenkerk in Rome gestresst te wachten op de tekst die de Paus een dag later zal uitspreken. Als ik de tekst eindelijk op mijn smartphone binnen zie komen slaak ik een kleine vreugdekreet, een Halleluja, vaak tijdens de Paaswake.
Eerste Paasdag zelf is een mooie gebeurtenis. Met de andere commentatoren beweeg ik mij dan langs zes Zwitserse Gardisten door het Apostolisch Paleis. We zitten op onze commentaarposities in een zaal die grenst aan de Sala delle Benedizioni, de ruimte achter het beroemde balkon van de Sint Pieter. Tsja, daar zit ik iedere keer opnieuw met Kerstmis en Pasen commentaar te geven. Dat voelt bijzonder, maar het blijft ook werk.
Het Paastriduum in de kerkgemeenschap in rust meemaken geniet mijn voorkeur. De handdruk van de paus die hij steevast aan alle commentatoren geeft na afloop van het Urbi et Orbi maakt overigens wel veel goed. In feite begint het Paasfeest na die handdruk pas echt voor mij.

Tot slot, wat is jullie hobby of passie?

Frank:
Postzegels verzamelen, in het bijzonder de postzegelseries van de Britse koloniën. Door de postzegels leer je direct wat over die gebieden, je schroef jouw topografische kennis ermee op. Daar kan ik van genieten. Het is wel een kostbare hobby om die zegels via Ebay te verkrijgen. Maar ik heb een mooie collectie, met zegels uit de tijd van Koningin Victoria.

Wilfred:
Koken is mijn passie. De Italiaanse keuken dan met name, en alles vers hè! Ook de pasta! Mijn traditionele Italiaanse gerecht met Pasen is pasta alla norma, met aubergine, versgemaakte tomatensaus en parmezaanse kaas. Heerlijk!