Lokaal katholiek verhaal: Oosterhout

Lokaal katholiek verhaal: Oosterhout

Sommige plaatsen ademen een traditie van katholicisme. Wij lichten een lokaal katholiek verhaal uit en kozen voor de Heilige Driehoek in Oosterhout. Waar drie kloosterordes zorgen voor een uniek stukje Nederland.

Geschiedenis Oosterhout en Sint Catharinadal

Oosterhout is een stad gelegen in de provincie Noord-Brabant, even boven Breda. Rond 1300 vestigden verschillende adellijke families zich in Oosterhout om daar voor zichzelf grote landhuizen te bouwen, de zogenaamde ‘slotjes’. Van deze slotjes zijn er vandaag de dag nog vijf over. Vanaf de zeventiende eeuw speelt Oosterhout een voorname rol in de Nederlandse pottenbakindustrie, nadat in de grond geschikte leem ontdekt is.

Diezelfde Gouden Eeuw brengt een van de oudste kloosterordes van ons land, de zusters van Sint Catharinadal naar Oosterhout. De Reformatie heeft van De Republiek een land gemaakt waarin het katholicisme niet in openbaarheid beleefd kan worden. In 1647 ontvluchtten deze zusters, ook wel de Norbertinessen genoemd, noodgedwongen hun stadsklooster in Breda en vinden hun toevlucht in ’t Slotje van de Blauwe Camer. Daar genieten zij meer afgelegen de bescherming van de prinsen van Oranje. Als heren van Breda proberen de prinsen de kloosterordes van de stad te beschermen. Sint Catharinadal is verzekerd van een goede bescherming omdat drie van de dochters van de Oranjes ingetreden waren in de orde.

Tijdens de Napoleontische tijd is het opnieuw de vraag of de zusterorde voort mag blijven bestaan. Ditmaal komt de dreiging van de Franse machthebbers. Zij stellen weliswaar vrijheid van godsdienst in, maar het kloosterleven was in de ogen van de Fransen een nutteloos bestaan in strijd met de vrijheid. Sint Catharinadal richt zich op het geven van onderwijs aan arme meisjes waardoor ze opnieuw kunnen blijven bestaan.

De Heilige Driehoek ontstaat

Het kleine wonder van het voortbestaan van de orde zorgt begin twintigste eeuw voor een unicum. Wanneer op dezelfde locatie in Oosterhout in 1901 de Benedictinessen de Onze-Lieve-Vrouweabdij stichten in een voormalige kostschool en vervolgens in 1907 de Benedictijnen daar direct naast de Sint-Paulusabdij bouwen, ontstaat een uniek stukje Nederland. Drie kloosterordes die op aangrenzende grote percelen in Oosterhout naast elkaar leven. In de volksmond krijgt het gebied dan al snel de bijnaam De Heilige Driehoek.

De Benedictinessen en de Benedictijnen zijn hun kloosters in Noord-Frankrijk ontvlucht om te kunnen blijven voortbestaan. Zoals meerdere Franse kloostergemeenschappen dat begin 20e eeuw deden. Reden voor deze verhuisdrift is de Franse antiklerikale regering van Waldeck-Rousseau. De Franse staat laat in die jaren vele kloosters sluiten en confisqueert de kerkelijke goederen ervan.

Wanneer het rooms-katholieke geloof begin 20e eeuw flink in Nederland flink in de lift zit en de nieuwe intredingen toestromen worden monniken en nonnen veel geziene gasten in Oosterhout en omgeving. De lommerrijke omgeving waar de drie ordes hun complexen bezitten kent een vruchtbare bodem. De ordes zorgen voor een grotendeels zelfvoorzienende cultuur door de traditie van landbouw van de streek over te nemen.

Nieuwe orde, gastenverblijf en wijngaard

Op het ‘Rijke Roomse Leven’ van de eerste helft van de twintigste eeuw volgen decennia met afnemend kerkbezoek. Het heeft ook zijn weerslag op het aantal intredingen van nieuwe religieuzen. De drie kloosterordes in Oosterhout ondervonden dat en vergrijzen in rap tempo. Opnieuw klinkt de vraag hoe de kloosters voort moeten blijven bestaan.

In 2006 verhuist de kleine groep Benedictijner monniken van de Paulusabdij naar een ander Benedictijner klooster in Teteringen. Zij dragen het klooster over aan de gemeenschap Chemin Neuf. Deze van origine Franse gemeenschap voor katholieken met een oecumenische roeping start in de abdij haar Nederlandse leefgemeenschap.

De Benedictinessen krompen ook in aantal. Zij wonen nog altijd in hun abdij, waarvan zij de vrijgekomen ruimte die door de krimp ontstaan is als gastenverblijf aanbieden. Een aantal dagen jezelf terugtrekken in een klooster voor bezinning wint de laatste jaren aan populariteit. Het gastenverblijf is doorgaans goed gevuld.

De Norbertinessen vierden recentelijk hun 750 jarig bestaan. Ook de zusters van Sint Catharinadal kenden een krimp in aantal en worden bedreigd in het voortbestaan van hun orde. Het weerhield hen er niet van om met nieuwe initiatieven te komen. Om financieel rond te kunnen blijven komen in de toekomst begonnen de zusters een wijngaard. In 2017 kwamen de eerste wijnflessen op de markt. Inmiddels is de omvang van de wijngaard gegroeid tot veertien voetbalvelden en produceren de zusters en de vele vrijwilligers jaarlijks 40.000 flessen wijn. Op de grond waar jarenlang door akkerbouw en veeteelt voor de eigen keuken gezorgd werd voor het voortbestaan van de zusters, daar prijken nu wijnranken. De naam van de wijn is Sint Catharinadal. In naam zal de kloosterorde blijven voortbestaan.