December is de maand van het geven. In de dagen voor kerstmis geven mensen massaal kerstpakketten, giften en andere zaken aan anderen. Ook in de sector van de filantropie wordt er flink gegeven in de laatste maanden van het jaar. Norbert van Berkcel is sinds 10 jaar de directeur van het Kenniscentrum voor de Filantropie (KCF) in Nederland. Daarvoor was hij als directeur werkzaam bij Deerns, een ingenieursbureau in electro en waterbouw in Eindhoven. ‘Wat ik nu doe, daar krijg je echte voldoening van!’ Norbert vertelt ons over de filantropische sector en waar de behoefte van het willen geven in de maand voor Kerstmis vandaan komt.
Wat is het KCF eigenlijk?
Zelf noem ik het Kenniscentrum voor de Filantropie vaak de ANWB-paddenstoel van de filantropische sector. Wij hebben het streven om de 33.000 stichtingen en goede doelen zoveel mogelijk wegwijs te maken in hun zoektocht naar elkaar. In dat speelveld zou je kunnen zeggen dat wij een soort van makelaarsrol bekleden tussen vragende en financierende partijen. Ons doel is om de zichtbaarheid van fondsen en goede doelen te vergroten. We stellen ons vaak de vraag hoe het toch kan dat sommige goede doelen en fondsen nog nooit van elkaar gehoord hebben, terwijl zij graag elkaar zouden vinden. Door de online data van de filantropische sector te beheren en actief fondsen en goede doelen te benaderen om zichtbaar te zijn hopen wij ons steentje bij te dragen. Ook zijn wij actief bezig met de fondsenwerving, goede doelen kunnen ons vragen in hun zoektocht naar fondsen.
Tegenwoordig willen ook steeds meer bedrijven goed doen, voor hun medewerkers of voor de samenleving die zij willen ondersteunen. Vooral grotere bedrijven geven daar een deel van hun vermogen aan uit, denk bijvoorbeeld aan de Achmea Foundation of de Rabobank Foundation.
Waarom is het belangrijk dat het KCF bestaat?
Zoals ik al eerder zei vinden de gevers en ontvangers van het geld in de filantropische sector elkaar maar slecht. Als KCF zien wij dat de sector weinig transparantie vertoont. Goede doelen en fondsen zijn onvoldoende bezig zichzelf zichtbaar te maken. Zo kan het zijn dat heel voor de hand liggende combinaties van goed doel en fonds nog nooit van elkaars bestaan gehoord hebben. Met metadata willen wij het proces van zoeken zo transparant mogelijk maken. Als je goed weet wat de vraag en het aanbod is, kom je tot betere keuzes.
Maar deze logica van zichtbaar zijn voor elkaar is in de praktijk dus nog altijd geen vanzelfsprekendheid. Ik ben nu al tien jaar werkzaam in de sector en nog altijd is mijn mening dat fondsen en goede doelen nog teveel aan navelstaren doen. Door de coronapandemie komen goede doelen en fondsen elkaar ook minder tegen. Sommige fondsen met ANBI-status moeten aan het einde van het jaar nog 90% van hun beschikbaar vermogen uitdelen aan stichtingen. Aanvragen blijven tijdens de pandemie steeds meer achter. Wij zijn er om die waakvlammodus aan te wakkeren en het proces van zoeken en vinden te voorspoedigen.
Hoe groot is de filantropiesector in Nederland?
De filantropische sector is groter dan de meeste mensen zich voorstellen. Door onderzoek vanuit de VU is becijferd dat in de sector in Nederland minimaal 5,7 miljard euro omgaat. En die schatting is voorzichtig geschat, waarschijnlijk gaat het om veel grotere bedragen. Volgens diezelfde schatting gaat grofweg twee miljard om in de bedrijven, 2,4 miljard komt uit de zak van particulieren en 1,3 miljard zit bij familiefondsen. Om het in perspectief te plaatsen, Bill & Melinda Gates schenken jaarlijks met hun stichting ruim 2 miljard aan goede doelen.
En als je kijkt naar de aantallen zie je dat Nederland zo’n 60.000 goede doelen kent, grotere en hele kleine. 43.000 daarvan hebben een ANBI-status. Naar schatting hebben die doelen zo’n 300.000 actieve vrijwilligers voor hun werken en zijn er ongeveer 125.000 betaalde werkende krachten actief. Kortom, de filantropische sector is echt een aparte sector binnen onze Nederlandse economie.
Waarom geven mensen eigenlijk vooral met kerst?
Vanaf half november begint het geefseizoen tot net na de Kerstmis. Dat zijn zes weken waarin goede doelen enorm hun best doen om flink te geven en ook mensen zijn ontvankelijker om te geven. Ja, waar komt dat precies door. Door de 13e maanden en daarmee wat extra geld, door de gezelligheid, de donkerheid in deze periode en het afsluiten van een boekjaar. En misschien ook wel de invloed vanuit Amerika waarin het geven in de cultuur zit. Na Thanksgiving komt Black Friday en Cyber Monday, allemaal dagen dat je vooral aan jezelf en elkaar cadeaus geeft. Daarna is er in Amerika Giving Tuesday, waarin het geven centraal staat. Die dag markeert daar het begin van het geefseizoen. Die traditie van geven ook steeds meer in Nederland.
Nog wat cijfers tot slot, een modaal gezin geeft 300 euro aan goede doelen, een rijk gezin haalt dat bedrag niet. Vaak geven rijken maar de helft van dat bedrag. Bizar vind ik dat.
Kijkend naar het katholiek sociaal denken, wat zou in 2022 beter kunnen in de filantropische sector?
Met zijn allen proberen ervoor te zorgen dat het wat minder ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken wordt. Dat is in mijn ogen het bonum commune. Wat meer inclusiviteit, met zijn allen moeten we het doen. En dus kijken waar organisaties voor staan en wat hun doelen zijn voor je geeft of aanvraagt.
Voor de particulier kan je dat ook doorvertalen. Het is uiteraard goed om te geven, stichtingen en goede doelen kunnen het geld vaak goed gebruiken. Maar denk er niet alleen aan wanneer iemand een collectebus onder jouw neus stopt. Vaak stop je er dan geld in zonder erbij na te denken. Ik adviseer juist altijd erover na te denken hoeveel geld je waaraan wilt besteden. Kies een goed doel dat bij jou past en bedenk wat een mooi bedrag is dat je maandelijks kunt missen. Zo geef je aan een goed doel dat staat voor jouw ideeën en help je mee om de wereld mooier te maken zoals jij dat belangrijk vindt.