In tijden van corona vertellen meer en minder bekende Nederlanders over hun persoonlijke leefregel of een inspirerende zin. Vandaag: dominicanes en schrijfster Holkje van der Veer
Weet je wat mij geholpen heeft de afgelopen maanden? Ik maak een schema voor de week die voor mij ligt en daar binnen creëer ik mijn eigen persoonlijke feestjes. Zo heb ik elke vrijdagmiddag rond half 5 mijn ‘filmmoment’. Ik download een film of ik kijk er een terug. Onlangs heb ik ‘De Beentjes van Sint-Hildegard’ gezien, die film met Herman Finkers. Dan komt er een Belgisch biertje op tafel – ook al zit ik hier alleen – en gaat een zak chips open. Het is een moment van: ‘het weekend staat voor de deur en nu gaan wij ons verpozen’. Je moet niet alleen denken: ‘Hoe overleef ik dit?’ , maar ook ‘hoe bouw ik een feestje?’
“Ik ben één van de drie bestuursleden van mijn congregatie, de dominicanessen van Neerbosch. In die functie zijn wij de eerste contactpersonen van mijn medezusters. Wij zijn hun familie. Tijdens de eerste coronagolf mocht er op een gegeven moment niemand bij de oudste en meest kwetsbare zusters komen en zaten ze alleen op hun kamer. Dat vond ik moeilijk. Wij leven als zusters van het contact met elkaar en met de wereld. Wij zijn geen kluizenaars en hebben elkaar nodig. Het bleef nu noodgedwongen bij telefoneren en naar elkaar zwaaien vanuit de tuin.
‘Ik ging in de overlevingsstand’
“Ik heb het syndroom van Marfan, een aangeboren ziekte die onder meer zorgt voor afwijkingen aan de ogen, de bloedvaten en de longen. Toen tijdens de eerste coronagolf de fysiotherapie en het sporten wegvielen, kreeg ik het lichamelijk moeilijk en begon ik veel pijn op te bouwen. Op dat moment dacht ik: ‘O jee, corona staat bij mij voor de deur’. Ik ging in de overlevingsstand en kon alleen maar denken: ‘Hoe kan ik alles zo veilig mogelijk doen?’ Angst maakt dat je je afsluit en je hart niet meer open kan. Bij echte angst komt niets meer binnen.
“Die angst moet gekneed worden, dan helpt het om teksten te hebben. De naam van God is al: ik zal er zijn. Eigenlijk is de Bijbel één groot boek dat voortdurend zegt: ‘Wees niet bang’. Zo van: ‘jij hebt een hoop shit meegemaakt, maar wacht even je bent de eerste niet’. Maar om dat soort teksten weer echt tot je te laten doordringen, moet je jezelf eerst wel uit die kramp halen. Het gaat om dat eerste moment dat je weer wat wil, je verder komt dan alleen maar op de bank zitten en het gefixeerd zijn op dat ene kopje thee dat je zo dadelijk gaat drinken.
Toen ben ik zelf mondkapjes gaan maken
Bij mij kwam de doorbraak rond Koningsdag, eind april dus. Er werd in België gesproken over mondkapjes. Ik heb al sinds jaren een naaimachine, maar heb ‘m nog nooit gebruikt. Toen ben ik op YouTube gaan kijken hoe zo’n ding werkt en ben ik zelf mondkapjes gaan maken. Goed hè? Moest ik naar een winkel, waar ze stoffen verkopen en zo kwam ik ook weer de deur uit. Dus niet alleen intellectueel bezig zijn, maar ook iets met je handen doen. Als je zelf iets nieuws kan maken – een nieuwe wereld betreed – dan is je hoofd met andere dingen bezig en kun je je angst beter hanteren.
“Ik denk dat ik de tweede coronagolf beter aan ga kunnen dan de eerste, toen was alles nog zo onbekend. Ik woon hier aan een drukke weg en ik hoorde alsmaar die ambulances met gillende sirenes langskomen. Nu hoop ik de angst voor het virus van me af te kunnen houden door bezig te blijven. Een beetje schrijven, af en toe wat tekenen en er zijn voor mijn medezusters. In de ander kom je immers God tegen.”