Piet Fortuin – Voorzitter CNV & Hermen van Dorp – Directeur Actioma
Beschrijf jullie organisatie en wat is jullie rol daar binnen?
Piet: Ik ben voorzitter van het CNV, de tweede vakbond van Nederland. We zijn een vakbond met in totaal 240.000 leden. Bij het CNV werken in totaal 500 mensen. In feite zijn er twee poten te onderscheiden binnen het CNV, de publieke poot (CNV Connectief) en de poot van de markt (CNV Vakmensen). Jaarlijks onderhandelen we mee over ruim 400 CAO’s. We komen ook op voor de belangen van onze aangesloten leden en die van hun sectoren. Een organisatie dus die individuele en collectieve belangen behartigt en daarmee midden in de maatschappij staat.
Als voorzitter ben ik iemand die graag in beweging is en ik probeer de organisatie ook op die manier aan te sturen. Ik ben niet een man die op de winkel past, plaats graag de voet op het gaspedaal. Als persoon houd ik ook van eerlijkheid en rechtvaardigheid, voor zo’n samenleving probeer ik op te komen.
Hermen: Actioma is een netwerkorganisatie, we ondersteunen katholiek maatschappelijk activeringswerk. Voorheen waren het vooral de kerken die midden in de samenleving stonden en veel goed werk deden voor mensen die buiten de boot vielen. Vandaag de dag zie je dat organisaties als die van het MA-werk zich ook hiermee bezig houden. Wij vormen het netwerk van de zes katholieke organisaties die op het snijvlak van kerk en samenleving opkomen voor mensen die te maken hebben met kwetsbaarheid. Het gaat om werk waar ook veel vrijwilligers bij betrokken zijn. Bij de netwerkorganisatie Actioma ben ik directeur. Zelf vind ik de term directeur de lading niet helemaal dekken. Ik omschrijf mezelf liever als een beleidsmatige netwerker. Ik wil graag inhoudelijke thema’s initiëren en organisaties verbinden. Er wordt veel goed werk gedaan waar tal van vrijwilligers aan meehelpen. Die mooie ideeën en energie moet met elkaar gedeeld worden, we moeten leren van elkaar om dit mooie werk voort te kunnen zetten.
Persoonlijk spreekt de inhoud van het werk mij vooral aan. Wanneer mensen zich het lot van anderen aantrekken en samen onrechtvaardigheid proberen op te lossen, daar werk ik van harte aan mee.
Op welke manier komt het katholiek sociaal denken terug in jullie werk?
Hermen: Het is de bron waaruit wij putten, in denken en handelen. Ze zeggen wel eens dat hat katholiek sociaal denken het grootste geheim is van de katholieke kerk. Het zou wat mij betreft veel meer ontsloten mogen worden! Zeker in deze tijd waarin de zeggenschap van de kerken aan het teruglopen is. Het katholiek sociaal denken is een heel duidelijke manier van in het werk en leven staan.
Bij mij zelf staat solidariteit hoog in het vaandel. In de meeste mensen zit iets dat ze niet alleen een goed leven voor zichzelf willen hebben, maar ook voor de ander. Dat ze goed willen samenleven. Prachtig vind ik dat. Taalmaatje, om een voorbeeld te noemen, is een project waar ik zelf eerder bij betrokken was. Het idee is dat mensen die de Nederlandse taal proberen te leren daarbij ondersteund worden. Mooi hoe gemakkelijk we altijd weer – ook in deze coronatijd – mensen vinden die daar graag aan mee willen helpen. Mensen die tijd vrij maken om naast een ander te gaan zitten en samen de Nederlandse taal oefenen. De verbindingen die dan ontstaat, dat is voor mij het goede samenleven. Juist wanneer je tijd voor een ander geeft, krijg je daar veel voor terug.
Piet: De solidariteit van het katholiek sociaal denken zie ik ook in ons werk als een kernbegrip. Wij zijn een waarden gedreven organisatie. Rechtvaardigheid en gerechtigheid zijn voor onze organisatie cruciaal, een dagelijks streven in ons werk. Solidariteit is daarbij altijd tweerichtingsverkeer, samen moet gekeken worden hoe we de samenleving vorm willen geven. In welk Nederland we willen wonen. Het werk van CNV raakt alle hoeken en gaten van onze samenleving en de vraagstukken die daarbij komen. Jong en oud, rijk en arm, blank en zwart, man en vrouw. Wat is solidair zijn? De gemiddelde gepensioneerde heeft het beter dan de gemiddelde jongere. Flexwerkers en ZZP’ers krijgen het flink voor de kiezen en ervaren veel meer onzekerheid dan mensen in loondienst. Kansen voor jonge mensen en mensen met een etniciteit zijn maar schaars. Tegelijkertijd is dat heel lastig goed in te zien voor mensen die het zelf wel goed voor elkaar hebben. Ik zie samenleven als het verdelen van een koek, je kan hem maar eenmaal verdelen. Dat betekent dat je soms ook iets moet laten om de ander wat te geven.
Hoe gebruiken jullie in het werk katholieke woorden en inspiratie?
Hermen: Het werk van Actioma is duidelijk het handelen dat voortvloeit uit het katholiek sociaal denken. We hebben daar in de katholieke traditie voldoende Bijbelteksten voor. Ik merk dat jongeren minder schroom hebben dan mijn generatie bij het woord katholiek, het instituut kerk of Bijbelse teksten. Tegelijkertijd is er weinig binding en vanzelfsprekendheid tussen jongeren en de kerk. Je moet dus echt over de inhoud vertellen, dan haken ze wel aan. Het taalgebruik van katholiek sociaal denken slaat zeker bij hen aan, zij vinden dat we moeten omzien naar elkaar en dat iedere mens telt. Jongeren construeren in deze tijd hun eigen dingen. Daarbij staan ze heel open in het omzien naar de ander.
Piet: Zoals ik eerder gezegd merk ik dat ik leiding geef aan een waarden gedreven organisatie. Die waarden hebben in ons werk een vooraanstaande plek. Waarden moet je wel altijd op een hedendaagse manier invullen en vertalen. Zo houd je ze begrijpelijk. Je moet waarden mee laten gaan met de beweging van de maatschappij. In de uitleg waar je voor staat moet je appelleren op de vragen van nu. Voor de waarden van het katholiek sociaal denken is er nu zeker plaats. Als een soort tegenbeweging, tegen de soms doorgeslagen individualiteit van deze samenleving.
Hoe is het werken in coronatijd?
Piet: Het werk is fundamenteel veranderd. We leven ongeveer een jaar in een wereld met het coronavirus. Die wereld is heel anders. Thuiswerken was in de meeste sectoren not done, nu werkt 98% vanuit huis. Een geweldige digitaliseringsslag heeft plaatsgevonden waarin de professionele kant van werken in korte tijd fundamenteel veranderd is. Lang niet altijd ideaal. Naarmate corona langer duurt missen we de interactie, het praatje bij de koffiemachine, een informeel overleg met de benen op tafel. De rijkheid in de gesprekken vervalt daardoor. Contact leggen is nu altijd actief. Dat is anders en zeker nu het zolang duurt raakt het steeds meer mensen en organisaties. De lontjes worden gewoon korter. De lengte van de tweede lockdown doet iets met mensen. Groot en klein leed. Collega’s die er echt even uit moeten om tal van redenen.
Ons werk bij CNV verandert er ook door. Wij ontmoeten van oudsher veel mensen. Maar een bedrijfsbezoek is nu vrijwel onmogelijk en een goed beeld van een bedrijf krijg je juist op de werkvloer, in de kantines. Je mist die sociale uitwisseling. Ook CAO-onderhandelingen gaan gewoon door en gebeuren dus digitaal, dat is net als bij andere overleggen ook niet optimaal. Tot slot horen wij veel leed. Vandaag sprak ik nog de directeur van een bedrijf met tien duizend werknemers. Hij denkt het faillissement aan te moeten vragen. Dat zal een impact hebben in veel levens. De coronacrisis zal nog lang zijn doorwerking hebben.
Hermen: Deze pandemie kent gelukkig ook wat voordelen. Online vergaderen is vaak wat gemakkelijker in te plannen. Zo had ik deze week dringend een overleg met het bestuur nodig. Binnen een uur was het geregeld en een paar dagen later spraken we elkaar online. Dat is echt ondenkbaar in normale tijden. De agenda’s worden veel flexibeler.
Wat betreft onze werkzaamheden heeft het ook twee gezichten. Enerzijds zijn we in deze periode voortvarend van start gegaan met het opzetten van katholiek maatschappelijk activeringswerk in Limburg. Het snelle online vergaderen heeft daarbij echt voor een tempoversnelling gezorgd. Anderzijds gaan alle groepsbijeenkomsten niet door, kan eigenlijk alleen het 1 op 1 contact nog plaatsvinden. Dat is lang niet altijd prettig.
Piet werkt voor een organisatie die gebrand is op het maken van regels. Hermen moet in zijn werkzaamheden soms juist regels schenden. Hoe kijken jullie aan tegen regels?
Hermen: Ik zie regels zoals de lijnen op een voetbalveld, daar binnen is heel veel mogelijk. Regels zijn bedoeld om het spel of de samenleving goed te laten verlopen. Wij respecteren de regels en proberen ze na te leven, maar een enkele keer moet je verder gaan om essentiële dingen toch voor elkaar te krijgen. Bijvoorbeeld wordt nu ontraden om 1 op 1 contacten door te laten gaan. Maar ja, wij hebben ook te maken met mensen uit een AZC die daar letterlijk en figuurlijk tegen een muur oplopen. Dan onderzoeken wij in een grote kerk of er toch niet wat mogelijk is. Waar het kan volg je regels op, waar het moet zoek je de grenzen op.
Piet: Ik zie de samenleving in gemeenschappen, grotere en kleinere. Het land, een bedrijf, een gezin etc. Overal maken gemeenschappen regels, formele en informele. In een bedrijf begint het werk om 8 uur, is er zoveel tijd voor pauze etc. Die regels bepalen de manier waarop we met elkaar omgaan. Hoe wil je wonen en werken in een land? Dat moet geregeld worden in wetten en CAO’s. Op die manier doe je recht aan alle mensen en worden zij menswaardig behandeld. Regels moeten nooit leidend zijn, de menselijke maat is dat. Maar zijn regels er niet, dan worden veel mensen niet beschermd. Neem bijvoorbeeld de grote multinational Randstad. Als mensen daar weg moeten krijgen ze niet automatisch een transitievergoeding, ze moeten daar om vragen. Dat vind ik heel vreemd, daar treden wij tegen op. En dan helpen regels, het geeft duidelijkheid hoe wij hier in dit land samen willen leven.
Tot slot, wat is een hobby of passie van jou/jullie waar maar weinig mensen van weten dat je deze hebt?
Piet: Brood bakken. fantastisch vind ik dat. Ik doe dat dan helemaal zelf en het kost wat tijd. Je moet het deeg bereiden, het kneden, laten rijzen en daarna bakken. Het kost wat tijd, maar het resultaat mag er dan ook zijn. Een versgebakken en eigen gemaakt brood.
Ik breek dat dan aan tafel en eet het met alleen wat olie of echte boter.
Hermen: Mijn houten zeilboot, een Sneekermeercruiser uit de jaren ‘50. De aanschaf ervan was een hele geschiedenis en het onderhoud vergt iedere keer weer veel tijd. Maar man, dat zeilen is zo onwijs gaaf om te doen. Varen in de wind, dat vind ik fantastisch. Het is voor mij een metafoor voor het leven, ook bij tegenwind kun je vooruit gaan.