Aanstaande maandag 1 maart gaan de scholen voor voortgezet onderwijs weer gedeeltelijk open. Alle leerlingen gaan vanaf dat moment minimaal één dag per week naar school. Een goed moment om terug te kijken op de afgelopen periode.
Op veel gebieden heeft de coronacrisis het onderwijs gedwongen om op een volledig andere manier te werken. Het is indrukwekkend om te zien hoe scholen in korte tijd hun onderwijs hebben weten om te vormen tot afstandsonderwijs en hoe zij de oude zekerheden, die vaak het fundament van het onderwijs vormden, konden loslaten. Het onderwijs heeft in het afgelopen jaar duidelijk bewezen dat het in staat is zich razendsnel aan te passen aan een totaal andere en nieuwe situatie. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat mensen bereid zijn om vertrouwde regels en procedures maar even opzij te zetten. Hoe mooi zou het zijn als we in de toekomst de innovatiekracht en de saamhorigheid van het afgelopen jaar zouden kunnen vasthouden?
Niet voldoen aan de norm
De vraag is echter of de crisis ons écht anders heeft leren denken of dat we toch vast blijven houden aan onze oude denkbeelden. Die vraag komt bij me op als ik de aandacht in de media zie over leerachterstanden ten gevolge van het afstandsonderwijs. Een achterstand betekent namelijk altijd dat er een norm is waar je aan behoort te voldoen. Mensen die spreken over leerachterstanden denken vanuit een strikte norm, zoals het curriculum dat aan het eind van het jaar moet zijn afgerond, het leerboek dat uit moet zijn of de toets die gehaald moet zijn. Ze houden krampachtig vast aan de vastgestelde standaarden. Door de enorme nadruk op de achterstanden in de media, geven wij onze jongeren het beeld dat zij niet voldoen aan de norm en dat zij te weinig hebben gepresteerd.
Het praten over leerachterstand komt voort uit ons rendementsdenken, de gedachte dat we alles in cijfers, geld en rendement kunnen uitdrukken. Als we op deze manier naar het onderwijs kijken, dan ligt de focus erg op kennisoverdracht en zien we zachte en onmeetbare waarden over het hoofd. Laten we toch blijven zien dat onderwijs veel breder is dan kennisoverdracht. Het gaat om het ontwikkelen van de talenten van hoofd, handen en hart. Niet het curriculum of het systeem, maar de mens staat centraal. En dan altijd in relatie tot zijn omgeving. Bisschop Van de Hende formuleerde het in mijn ogen heel mooi: wij leren omdat we het nodig hebben voor ons leven. De school en het onderwijs zijn geen doel op zich. Zij bewijzen een dienst aan kinderen en jonge mensen die, door te leren en zich te ontplooien, zich voorbereiden om als volwassen en verantwoordelijke mensen hun taak en plaats in de samenleving kunnen innemen en vervullen[1].
Natuurlijk heeft de coronacrisis negatieve invloeden op onze jongeren, maar zij zijn tegelijkertijd vaak gegroeid in zelfstandigheid, pro-activiteit, digitale vaardigheden en het vermogen tot samenwerking. Laten we dat vooral benadrukken en onze jongeren het vertrouwen geven dat het allemaal goed komt!
Jean Wiertz
Rector Sint-Janslyceum ’s-Hertogenbosch
[1] Onderwijs voor de hele mens, de sociale leer van de kerk.