Bron: Verus
Auteur: Mark Buck
Afgelopen woensdag begon de Veertigdagentijd weer: een tijd die voor velen (ook nog steeds in Nederland) vooral bekend staat als een periode van vasten. Veel hoorde ik afgelopen weken: “Moeten we onszelf in deze tijden nu nóg meer ontzeggen? Er is al zo veel wat niet mag!” Het rijmt een beetje op de gedachte die veel ouders (en leerkrachten) onwillekeurig hadden toen veel scholen op de eerste dag dat er weer kinderen mochten komen tóch noodgedwongen ijsvrij moesten ingelasten.
Toch is de praktijk van het vasten goed, juist nu. Het is namelijk geen periode van onderlinge wedstrijden, afvalraces en vroomheid naar buiten toe, hoewel veel mensen dat lijken te denken. Bij vasten gaat het om een deel van je wereld kleiner maken, en een deel van je wereld juist groter. Je neemt afstand van een aantal dingen die je niet wezenlijk nodig hebt en vult die plek in met andere dingen die je uit liefde doet. Je zou het kunnen beschrijven als een praktijk van essentiëren: het vasten brengt je terug naar wat essentieel is in het leven en vraagt om wat meer afstand van de dingen waarvan we alleen maar denken dat ze belangrijk zijn.
Essentie van het onderwijs
In het onderwijs lijkt die praktijk de afgelopen maanden al meer ingedaald te zijn: op alle scholen in Nederland en in heel veel woonkamers is bijzonder hard gewerkt om iets van de essentie van het onderwijs over te brengen. Toch gaat het in publicaties verrassend vaak over één aspect: de leerresultaten. Natuurlijk, een school waar die leerresultaten niet gelden kunnen we niet als school kwalificeren, maar staat er bij de essentie van het onderwijs niet meer op het spel?
Is niet minstens even belangrijk dat je op school leert wie je zelf bent? En wie je bent ten opzichte van je klasgenoten, je leraren en je omgeving? Juist vanuit de context van thuisonderwijs snakten heel veel leerlingen naar dat moment waarop ze weer met hun vrienden op school konden zijn, ook (of misschien juist) de leerlingen van wie je het niet verwacht zou hebben. Precies dat laat zien dat school zo veel meer is dan de plek waar je leert lezen en schrijven: je leert er zo veel meer, over jezelf, over de ander en over de wereld.
Durven kiezen
En die dingen kunnen alleen maar als je er ruimte voor maakt, zowel fysiek als mentaal. Iedereen die het afgelopen jaar ook maar één dag vanuit huis heeft gewerkt weet hoe fnuikend het is als alle ruimte in de agenda of alle ruimte in de woonkamer wordt opgeslokt door dat werk. Het komt het werk zelf niet ten goede, en het komt jezelf als mens niet ten goede. Daarom verdienen alle scholen ook de ruimte. Ruimte om stil te staan bij wat er afgelopen maanden in de levens van zo veel leerlingen is gebeurd. Ruimte om samen perspectief te zoeken voor de maanden die komen gaan. En ja, ook ruimte om samen te gaan werken aan mooie leerresultaten. Maar dat alles vanuit een houding van essentiëren: durven kiezen voor wat écht belangrijk is.
De verkiezingen vallen dit jaar in de reeds genoemde vastenperiode. Het is dan ook goed om in de stembus te essentiëren: ontdoe jezelf van de ketelmuziek en alle laatste punchlines en quotes die de dag van tevoren nog via tv zijn gestrooid en vraag jezelf af: wat staat er naar mijn idee tijdens deze verkiezingen nu écht op het spel? Misschien zullen de politici na de verkiezingen ook iets van die houding overnemen en komen politiek en onderwijsbeleid ook nog meer in lijn met waar het écht om gaat in de klas. Je zou bijna zin krijgen in de periode die voor ons ligt.