De gevolgen van de coronacrisis zijn als een hamerslag op veel jongeren terecht gekomen. Jongeren, de geestelijke gezondheidszorg en de Sociaal Economische Raad luiden deze week de noodklok. Alle signalen wijzen erop dat de aandacht voor het mentale welzijn ontbreekt. Maar wie luistert er naar deze boodschap? Regels, bureaucratie en afschuiven zijn de technieken geworden die de hulpvraag smoren. Vertrouwen op onze eigen kracht en ons persoonlijk succes is het hoogste ideaal in Nederland. Deze manier van leven helpt ons in deze tijd niet verder. Aandacht voor mentaal welzijn is niet alleen noodzakelijk voor de watjes. De problemen worden zichtbaar via ernstige depressies, suïcide gevaar en andere ernstige psychische ziektebeelden. Stijgende spoedaanmeldingen zijn het gevolg. Instellingen spreken over een stijging van de acute hulpvraag met wel 50%. Met de Nederlandse jongeren gaat het niet goed.
Al jaren zijn er de verontrustende signalen. De jongeren begonnen deze coronacrisis met een achterstand. Er is sprake van een zogenaamde burn-out-piek bij hen. In een grijs verleden lag deze burn-out-piek rond de vijftig jaar maar in rap tempo is deze gedaald tot de beginnende twintigers. Meestal wordt er verklarend gewezen op de overbelasting van jongeren bij hun studie. De stress die optreedt bij een toenemende prestatiedruk kunnen veel van deze jongeren niet aan. Daarbij wordt echter geheel voorbij gegaan aan een gebrek aan invulling van de zingevings- en betekenisvragen waarmee deze jongeren rondlopen. Vragen over wie we willen zijn en wat ons leven goed maakt. Over hoe we weerbaar kunnen zijn bij tegenslag en lijden. Waar kunnen ze die vragen nog stellen en waar kunnen ze de antwoorden nog vinden in onze sterk geseculariseerde samenleving?
Eenzaam studentenleven
Onder jongeren is sprake van eenzaamheid en sombere gedachtes waarbij zelfmoord geen taboe meer is. Velen kunnen of willen er niet over spreken. Ze zoeken ondersteuning, maar wie is er nog aanspreekbaar? Wat rest is tegen de muur praten. De enige andere manier is verzanden in een extreem gebruik van de mobiele telefoon en daar in de wereld van social media contacten het geluk te zoeken. Een lege wereld blijft er voor hen over.
De coronacrisis versterkt deze trend omdat de echte sociale contacten wegvallen en veel activiteiten niet langer doorgaan. Het zadelt de jongere van dit moment vooral op met teleurstelling en stress. Over alle verwachtingen van studie en studentenleven die niet uitkomen. Frustrerend zijn de studiebeperkingen en het mislopen van het contact met medestudenten tijdens de colleges en werkgroepen. Door alle beperkingen worden examens niet gehaald en volgt studievertraging. Het niet hebben van een bijbaan betekent een leven met geldzorgen. En uitlaatkleppen als het sporten, de vakanties en festivals zijn zeer beperkt of geheel achter de horizon verdwenen. De avondklok maakt de zaken nog ingewikkelder. Het normale studentenleven stopt nou eenmaal niet om 21.00 uur. In datzelfde schuitje verkeren ook jouw leeftijdsgenoten. Gedeelde smart is weliswaar halve smart. Maar nu het wachten op de normale tijden zo lang duurt ontpoppen er steeds meer gedachtes aan zelfmoord in deze leeftijdsgroep. Het normale studentenleven stopt nou eenmaal niet om 21.00 uur.
Het is een zorg voor ons allen dat we deze problematiek onder jongeren serieus moeten nemen. Er is een overheid nodig die begrip toont en samen met het brede veld van professionals en zorg en maatschappelijke instellingen de handen ineenslaat. Alleen extra geld is onvoldoende. Het afschuiven van verantwoordelijkheden betekent alleen maar uitstel. Laat ons de pijnlijke vraag stellen waarom we de vele goede analyses over wat onze jeugd nodig heeft niet gebruiken? Dan zien we dat het vooral aan goede leiding ontbreekt. Bij volwassen worden hoort dat je leert omgaan met de vragen van zingeving, betekenisgeving en spiritualiteit. Niet alleen therapie als het kalf verdronken is, juist in de stadia daarvoor. Een persoon moet leren mentaal weerbaar te worden, leren dat tegenslagen een onderdeel van het leven zijn en hoe daarmee om te gaan. Dat begint van jongs af aan binnen een veilige opvoeding die je uitdaagt en je grenzen stelt. Er zijn betekenisvolle relaties noodzakelijk thuis op school en op werk die een voorbeeldfunctie vormen om in ons leven om te gaan met je talenten, verdriet, woede of uiting geven aan genegenheid.
Vaak wordt gezegd dat de Coronacrisis de grootste ramp is na de Tweede Wereldoorlog. Juist uit deze oorlogsperiode weten we dat deze jaren voor vele mensen psychische problemen brachten gaven. Mijn oproep aan de staatssecretaris is: U weet als historicus dat juist nu extra steun en GGZ-hulp noodzakelijk zijn. Zoek steun om een drama voor de jongeren te voorkomen en stel voor hen ook noodhulp beschikbaar. Investeer nu in het toekomstige Nederland. Maar ga vooral aan de slag met de vele maatschappelijke en levensbeschouwelijke organisaties die hun kunnen ondersteunen bij het versterken van het mentaal welzijn. Mijn oproep is ook aan u als lezer, om ook zelf die broodnodige medemenselijkheid te tonen naar de jongeren in uw omgeving. Ze lijden een eenzamer leven op dit moment, verstoppen dat wellicht achter de schermen van hun smartphones. Daag hen uit het echte gesprek over hun noden met u te voeren. Zo voorkomen we samen dat een groep mensen die we straks hard nodig hebben voor het Nederland na de coronacrisis beschadigd uit deze periode komen.
Armand Höppener, voormalig psychiater en GGZ-bestuurder
Foto: Nenad Stokovic, Flickr (Common License)