De school was me aangekondigd als ‘de minst katholieke school van de stichting’. Ik was uitgenodigd om er een studiemiddag te verzorgen over de schoolidentiteit. Die uitnodiging verraste me niet; alle scholen van de stichting mochten gebruik maken van mijn inzet op kosten van het bestuur. Op enkele scholen had ik mijn verhaal al gehouden en de reacties stemden me hoopvol. Ook op deze ‘minst katholieke school van de stichting’ zou mijn benadering van het onderwerp wel aanslaan. De fase van de bescheidenheid ben ik inderdaad al voorbij.
Wat houdt die benadering dan in? De kwestie is bekend: wat moet je met het label ‘katholieke school’ als er in het team (en ook bij de ouders) amper belangstelling voor dit onderwerp bestaat? Ik ben van beroep identiteitsbegeleider en met leerkrachten, directies en bestuurders deze vraag bespreken is mijn vak. Dit doe ik al bijna vijfentwintig jaar. Toen ik begon had ik nog zo’n honderdvijftig collega’s, verspreid door het land. Inmiddels zijn we nog maar met enkele tientallen. De vraag naar het bespreken van de schoolidentiteit levert geen belegde boterham meer op.
Zinvol onderwijs
Tegelijkertijd leven er op veel scholen wel andere vragen. Vragen die raken aan de zin van het beroep van leerkracht, vragen die te maken hebben met de persoon van de leerkracht. En gevoelens van onvrede over de toenemende werkdruk en tekortschieten.
Tijdens zo’n studiemiddag schets ik allereerst de maatschappelijke en culturele ontwikkelingen van ons land in de afgelopen vijftig jaar. Met een paar dia’s van lege kerken, van multiculturele klassen en van PDCA-schema’s is de herkenning snel gewekt. Ons land is niet meer hetzelfde land als dat waarin het grondwettelijk recht op het geven van onderwijs werd geregeld (1917). De overheid zorgt voor goed en toegankelijk onderwijs. Ouders hebben een grondwettelijk recht om zelf scholen te stichten en in te richten, als ze dat willen natuurlijk. Praktisch is dat toentertijd geregeld door gebruik te maken van de aanwezige levensbeschouwelijke zuilen die ons land kende. De vrijheid van scholenstichting werd gekoppeld aan het bestaan van de zuilen. Inmiddels zijn die zuilen verbrokkeld. Nederland is veranderd, maar het stelsel is al die decennia stabiel gebleven. Hoe nu verder?
Ontvlechting leidt tot nieuw perspectief
Mijn voorstel is om het begrip ‘katholiek’ te beschouwen als een open begrip. Het betekent dát wat de aanwezigen ervan maken na er in goede gesprekken met elkaar over gesproken te hebben. Ze mogen de krenten uit de pap halen, als het gaat om de katholieke traditie. Welke elementen willen jullie vasthouden? Welke ideeën spreken jullie aan? Kortom, welke invulling willen jullie aan dat begrip geven, welke selectie uit de katholieke traditie vormt voor jullie een zinvolle basis voor jullie onderwijs? Het is geen kwestie van alles of niets. Je hoeft ook niet zelf katholiek te worden. Je mag de oorsprong van jullie school beschouwen als een vindplaats van symbolen, rituelen, verhalen en ideeën waar je je voordeel mee kunt doen.
Deze benadering noem ik ontvlechting. Formeel maakt het katholiek onderwijs onderdeel uit van een institutioneel geheel, waarin politiek, onderwijs en kerk elkaar vasthouden. Het Algemeen Reglement voor het Katholiek Onderwijs (ARKO) uit 1987 is hier een voortvloeisel van. Alleen is dat ARKO verouderd en pogingen om het te vernieuwen zijn gestrand. Er is als het ware een ‘vrije ruimte’ ontstaan voor scholen om hun eigen plan te trekken. Want zij kunnen niet wachten tot de gezagsdragers eruit zijn. De vragen omtrent zinvol onderwijs zijn urgent en vragen om perspectief, waarmee leerkrachten morgen de klas in kunnen. De ervaring laat zien dat de benadering van ‘ontvlechting’ dit perspectief biedt.
Na een boeiende en geanimeerde studiemiddag nam ik afscheid van de leerkrachten van die zogenaamd ‘minst katholieke school van de stichting’. Eén leerkracht nam het woord en verwoordde wat iedereen voelde: wij zijn niet de minst katholieke school, wij zijn anders katholiek. Het onderwerp stond weer op de agenda.
Jos Roemer – Identiteitsbegeleider bij Stichting tot Ondersteuning van Levensbeschouwing en Identiteit (SOL)