Dubbelinterview

Dubbelinterview

Marc Bollerman, directeur MARA (Haarlem , 1969)
Jan Peters voorzitter PAX Christi Nederland (Nijmegen, 1940)

Wanneer mensen anno 2021 in een land als Nederland honger lijden, dan falen we als samenleving.

Hoe was jullie opvoeding en welke rol speelde het geloof daarin?

Marc:
Tijdens mijn jeugd heb ik in Haarlem en Tilburg gewoond en ben ik opgegroeid in een betrokken katholiek gezin. Kerk en geloof hoorde er gewoon bij in onze opvoeding, niets moest en zeker ook niet rondom het geloof. Mijn ouders vonden het wel belangrijk. De parochie in Tilburg waar wij naar toe gingen was voor mij een verademing op het gebied van geloven. De pastoor was iemand die bijvoorbeeld uitsprak dat als de parochie jongeren zo belangrijk vond, er dan zeker ook een jongere in het parochiebestuur zitting moest nemen. Mijn opvoeding en het parochieleven in Tilburg hebben ertoe bijgedragen dat ik theologie ben gaan studeren en dat ik terecht ben gekomen in het werkveld waarin ik nu werkzaam ben.

Jan:
Ik ben van een generatie die opgegroeid is met een gewoonte van geloven. In Nijmegen was dat voor mij het katholicisme. Lange tijd ben ik misdienaar geweest, daarmee begon het traditionele verloop van mijn katholieke opvoeding. Ik doorliep het kleinseminarie waar katholieke regels een vanzelfsprekendheid waren. Het grootseminarie volgde waarna ik jezuïet geworden ben. Tijdens het noviciaat van de jezuïeten bleef het katholicisme wel vanzelfsprekend maar was de eigen reflectie een belangrijk onderdeel. Omdat ik indertijd ook in contact kwam met andersoortige Nederlanders, niet-Brabanders heb ik toen ook bewuster moeten kiezen voor mijn geloof en mijn leven. Ik heb daarna de studies filosofie gedaan. Omdat ik mijn vizier op het buitenland wilde houden koos ik tenslotte naast mijn studie theologie de studie Arabisch en islamologie aan de huidige Radboud Universiteit.

Welke katholieke waarde is voor jullie persoonlijk belangrijk en hoe komt die waarde tot uiting in jullie levens?

Marc:
Bekommer je om de medemens en steek je hand uit naar de ander. Dat is niet alleen de waarde die mij zeer dierbaar is, maar in mijn ogen een opdracht voor eenieder van ons. Een samenleving waarin bekommernis om de ander en barmhartigheid ontbreken, wordt een dode samenleving. Het zijn in mijn ogen de echte pijlers onder iedere goede samenleving.

Ik kan van jongs af aan ook heel slecht tegen onrecht. Dat raakt mij en dan moet ik daar iets mee. In grote en kleine zaken waarin mensen geen recht wordt aangedaan. Ik weet ook dat ik dan soms te fel daarop kan reageren en ook dat mijn reactie echt niet altijd leidt tot het gewenste resultaat. Het hoort bij mij dat ik toch altijd handel of mijzelf uitspreek. Een soort machteloze boosheid, soms komt de reflectie voor mij pas later. Bijvoorbeeld honger in een land als Nederland, nu in coronatijd, ja daar kan ik echt niet tegen. Als we het zo goed hebben met zijn allen, mag niemand van ons honger hebben. Punt. Een ander mooi voorbeeld. Vroeger had ik een bestelbusje. Toen ik eens daarmee door de stad reed, zag ik vanuit mijn ooghoek dat drie grote jongens een kleinere jongen in elkaar timmerden. In een oogwenk besloot ik mijn busje het grasveld op te sturen waar het gebeurde en ik ben met mijn bumper vlak voor die grote jongens gestopt. Ze schrokken zich rot, maar hielden wel op. Zoals ik al zei ik handel niet altijd perfect, maar onrecht kan ik tot op de dag van vandaag niet aanzien. 

Jan:
In algemeenheid zijn dat voor mij de waarden van het katholieke sociale denken, en meer in het bijzonder ben ook ik een strever tegen onrecht. Misschien op een wat andere manier dan Marc, ook ik kan onrecht niet verdragen. Onjuist beredeneerde valse overtuigingen vooral, die wil ik altijd weerleggen.

In Libanon verbleef ik tijdens de eerste Israëlische oorlog. Bij terugkomst merkte ik dat zo een beetje iedere Nederlander op de hand was van Israël, die publieke opinie was gevoed door pro-Israëlische organisaties in Nederland. Ik zocht daarop naar een organisatie die aan dat geluid nuance en tegenwicht wilde bieden. Achteraf kan je zeggen dat ik op die manier bij Pax Christi terecht kwam. Ik voelde me direct thuis.

Een ander meer hedendaags voorbeeld vind ik de manier waarop de overheid in algemene zin met islamitische instanties omgaat. Dat is lang niet altijd redelijk. De angst voor de publieke opinie of boze Kamerleden zorgt er vaak voor dat islamitische instanties gekort worden op hun subsidies of ze niet uitgereikt krijgen. Een goed voorbeeld daarvan is de Rotterdams islamitische universiteit. Een aangevraagde subsidie die vergelijkbaar was met subsidies voor christelijke universiteiten werd  niet toegewezen. De echte reden is dan omdat de subsidie naar moslims gaat en dat voor ophef kan zorgen. Dat vind ik niet acceptabel, onredelijk en vooral onrechtvaardig. Dan strijd ik tegen de overheid om het inzichtelijk te maken en in de hoop dat wij in een land leven waarin de overheid subsidies verschaft wars van de publieke opinie.

Welk doel en missie heeft jullie organisatie?

Marc:
Mara is een organisatie die zich met vrijwilligers inzet voor mensen aan de rafelranden van de samenleving. We kennen drie grote aandachtspunten: de inzet voor jongeren, het versterken van de positie van migranten en opkomen voor mensen die actief worden uitgesloten (LHBTI-gemeenschap, mensen met hiv, en vluchtelingen en asielzoekers). We helpen elk van die drie groepen om op een goede manier met hun situatie om te gaan, niet om de wereld te redden, maar meer om echt nabij te zijn door het geven van geestelijke en directe zorg, het koppelen van maatjes etc.

We bewegen daarin mee met de eb en vloed van het overheidsbeleid, soms laten we dingen los omdat het oog van de overheid voor even weer valt op een groep aan de rand van de samenleving. Maar op het moment dat dezelfde groep weer bungelt, stappen wij weer in. Een mooi voorbeeld is de uitwerking van de nieuwe wet op inburgering. Het idee is dat na twee jaar iedere statushouder aan bepaalde voorwaarden moet voldoen. Bij een dergelijke wet denk ik direct: wat gebeurt er met de mensen die na twee jaar niet aan de voorwaarden voldoen? Daar is in die nieuwe wet vrijwel niet voorzien. In dat gat – waarbij de menselijke waardigheid dus in het gedrang komt – wil ik dus met Mara inspringen in de nabije toekomst.

De echte motor van ons handelen is het katholiek sociaal denken, de vier pijlers zijn de basisvoorwaarden van ons werk. Waarin we bij de projecten altijd proberen om de verantwoordelijkheid naar verloop van tijd terug te leggen bij de persoon die wij hulp geven. Zelfredzaamheid, of nog beter: samenredzaamheid, dat is ons uiteindelijke streven.

Jan:
Als voorzitter van Pax Christi leid ik een vereniging die bij ons uitvoerend orgaan PAX, probeert een gezicht te geven aan de christelijke identiteit van onze organisatie. PAX is ontstaan uit een krachtenbundeling van IKV en Pax Christi. De laatste jaren worden bijna alle projecten van PAX uitgevoerd voor het ministerie van Buitenlandse Zaken. De subsidie voor die projecten komt ook vrijwel geheel van de Rijksoverheid. PAX is daarmee  een uitvoerend orgaan geworden en kent meer dan 100 medewerkers. PAX is daarmee heel dominant geworden door de grootte, wij als Pax Christi en IKV opereren meer vanuit de coulissen.

PAX is opgezet als christelijk-oecumenisch. Door de groei en de vele nieuwe medewerkers is het op dit moment een waardengedreven organisatie met ook medewerkers zonder persoonlijk geloof. Pax Christi is door en door katholiek, aan onze christelijke identiteit proberen wij een vorm te geven bij PAX.
Wij richten ons daarbij vooral op activiteiten binnen Nederland en opereren zonder geld van de Rijksoverheid. De vredeseducatie die wij via PAX verschaffen is een goed voorbeeld van ons streven. Wij geven daarmee onze christelijke vorm aan de Vredesweek in september. Het uit zich bijvoorbeeld ook in het project over Syrische vluchtelingen die op scholen vertellen over hun levens. Daarmee proberen wij de roep om vrede een menselijk gezicht te geven voor de scholieren in Nederland.

Waarom is het belangrijk dat jullie organisaties bestaan in Nederland?

Marc:
Ik gun elke stad in Nederland organisaties zoals Mara. Het werk is anno 2021 in Nederland zo ontzettend hard nodig. En van ons type organisaties zijn er gelukkig ook velen te vinden in andere steden. Die rafelrand van onze samenleving is altijd aanwezig, in welke stad dan ook. De onvoorwaardelijke steun voor de mensen om ons heen moet er altijd zijn. Het is onze morele plicht van mens naar medemens.

Overigens mag niemand weglopen voor deze plichten, zeker de kerken in Nederland niet. Capaciteitsproblemen mogen nooit een argument zijn, toch hoor ik dat steeds vaker. Waar mensen in nood zijn, daar moet hulp volgen. In het geval een kerk het zelf niet goed meer kan, hoop ik dat ze allianties te sluiten met organisaties die opkomen voor mensen aan de rand van de samenleving. In Rotterdam en Den Haag gaan we die samenwerking graag aan. Ik zeg altijd: wij zijn niet van de kerk, werken ook niet voor de kerk, maar wel heel graag samen met de kerk.

Jan:
Wij willen de gevoeligheid voor vredesvraagstukken overeind houden en voeden. Wij vinden het belangrijk dat die gevoed wordt vanuit een christelijke inspiratie. Een boodschap van Paus Franciscus over vrede moet verspreid worden door Nederland. Pax Christi in Nederland beïnvloedt de politiek niet. Maar we doen wat we kunnen om de vragen over vrede in de wereld vanuit Nederland te voeden, en de zorgen erover te managen.

Het is de Adventstijd. We gaan op weg naar het Kerstfeest.
Hebben jullie speciale activiteiten rondom Kerst?

Marc:
We werken veel met activiteitprojecten. Dus Sinterklaas- en Kerstactiviteiten zijn er wel, zeker bij onze jongerenprojecten. Onze vrijwilligers gaan er dan vaak nog harder voor dan anders. Het mooie is dat we dan proberen echt inclusief te zijn: wat je levensbeschouwelijke achtergrond ook is, iedereen is welkom.

Daarnaast moeten we helaas ook gewoon doorgaan met het bieden van noodhulp. Bijvoorbeeld door voedselbonnen van het Rode Kruis te verspreiden. Het baart me zorgen dat die bonnen in 2022 niet meer beschikbaar zullen zijn. De voedselbanken moeten die rol dan in zijn geheel opnemen. Ik hoop maar dat dat lukt.

De kans is dat mensen in Nederland nu weer honger gaan leiden omdat het Rode Kruis niet anders kan dan (tijdelijk) stoppen met het verspreiden van de bonnen. Een groep die dat echt gaat voelen, zijn de ongedocumenteerden. Ze kunnen vaak niet naar de Voedselbank, maar hebben in deze coronatijd soms zelf helemaal geen inkomsten meer. Voorheen konden wij sommigen van hen bereiken met de voedselbonnen, waardoor ze toch aan eten kwamen. Dat gaat straks dus niet langer. En ik heb nu nog niet zo helder voor ogen hoe we dat dan weer moeten gaan oplossen. En dat moet wel, want laat ik heel duidelijk zijn, wanneer mensen anno 2021 in een land als Nederland honger lijden, dan falen we als samenleving. Het is, vind ik, de consequentie van de nadruk op de ik-gerichtheid: wij omarmen in Nederland het idee dat iedereen zelf verantwoordelijk is. In de praktijk lukt het niet iedereen om die verantwoordelijkheid te dragen en dan zijn er niet altijd goede vangnetten. Het zou zo veel beter gaan als niet dat ik, maar het wij voorop zou staan. Ik geloof echt dat er dan veel minder noden zouden zijn. 

Jan:
Vanuit Pax Christi moet ik als eerste denken aan de Adventsviering van PAX. Dat is een mooi moment waarbij nagenoeg alle medewerkers van PAX aanwezig. We willen dan samen het Kerstfeest vieren. Dit jaar zal dat helaas weer online gaan. Maar in de tijd voor corona, en hopelijk volgend jaar weer, zijn dit kerstvieringen in een kapel in de buurt van het kantoor.

Dan merk je dat je een oecumenische organisatie bent. De uitdaging is dan om de Kerstboodschap mee te geven aan de gehele organisatie. En het belang van ons Kerstfeest door te vertalen ook voor de medewerkers zonder echte christelijke achtergrond. Met teksten en liederen proberen we gestalte te geven aan onze Kerstboodschap. De vraag die op ons rust is om het geheel zo op te zetten dat mensen zonder christelijke achtergrond er ook hun aansluiting vinden. Om samen het Kerstfeest te vieren.

Corona is helaas weer de actualiteit. Hoe heeft de pandemie invloed gehad op jullie organisaties?

Marc:
Een enorme impact. En ik denk dat de doorwerking het meest voelbaar is aan de randen van de samenleving. Corona heeft van het rafelig randje waarover ik sprak een ware kloof gemaakt. Verschillen die er al waren zijn uitvergroot. De kwetsbaarste groep krijgt de meeste klappen. 

Jan:
Als bestuurslid van Pax Christi Internationaal merk ik vooral de impact van corona op andere landen. Afrika is in het bijzonder getroffen door deze pandemie. Dat zie je in  mijn ogen veel te weinig terug in de nieuwsberichten.

 Op het gebied van het werk merk ik het vooral als je kijkt naar het vergaderen. Als ik ook daarbij kijk naar Pax Christi Internationaal, dan kan ik als penningmeester zeggen dat het voordeel van corona is dat vergaderen met zijn allen flink veel goedkoper geworden is. Waar we voorheen van tijd tot tijd mensen vanuit de hele wereld naar Brussel lieten komen, daar kan nu veel online. Dat scheelt veel tijd, maar ook gewoon heel veel geld. De participatie is veel groter, iedereen kan aanhaken bij een online vergadering. Je mist wel het directe spontane contact en de daaruit voortvloeiende ideeën.

Die balans zullen we na corona terug moeten vinden, overigens ook in Nederland. Online vergaderen is efficiënter. Maar de spontane uitwisseling en de verhalen uit het werkveld zijn ook noodzakelijk. Een uitdaging om daarin de juiste balans te vinden.

Tot slot, wat doen jullie graag in jullie vrije tijd?

Marc:
Eigenlijk heb ik maar één echte hobby, mijn moestuin van 700m2. Ik ben in mijn vrije momenten altijd in de tuin te vinden. Mijn tegenwicht voor het werken, noem ik die hobby. Gisteren heb ik prei geoogst en vanavond eten we boerenkool uit eigen tuin.  

Jan:
Voor mij is dat ook het werken in de eigen tuin. Ook wij hebben een grote tuin, die vraagt het nodige werk. Alles opruimen, snoeien en prepareren voor het nieuwe seizoen, met die bezigheden ben ik de afgelopen tijd vooral druk geweest.