Een column van Eelco Rommens
Eerste kennismaking
De encycliek Rerum novarum deed mij als student kennis maken met het katholiek sociaal denken. Het raakte zowel hoofd als hart. In die tijd hield ik mij bezig met het middeleeuwse denken, in het bijzonder dat van Thomas van Aquino, en het natuurrecht. Het bleek nu dat dit denken voor een rechtvaardige maatschappij in de moderne tijd van grote betekenis is. Dat waren voor mij “nieuwe dingen”. Dit katholiek sociaal denken is me sindsdien blijven boeien en inspireren. Het is m.i. voor diverse maatschappelijke terreinen van grote betekenis. Het richt zich op alle mensen van goede wil en vormt zo een goede basis voor maatschappelijke samenwerking met niet-katholieken. Ik wil er drie voor mij relevante terreinen uitlichten.
Over de schaduw van het eigenbelang heenstappen: maatschappij en globalisering
Tot mijn kennismaking met Rerum novarum had ik me niet gerealiseerd dat de inrichting van het sociaaleconomische terrein in Nederland, maar o.a. ook in Duitsland, in belangrijke mate door het katholiek sociaal denken is geïnspireerd: het Rijnlandse model.
Een aspect dat me erg aanspreekt, is dat werknemers en werkgevers over de schaduw van hun eigenbelang heen stappen. Ondanks hun verschillende posities zijn zij ook in staat samen te werken voor het algemeen welzijn (het “bonum commune” volgens het katholiek sociaal denken) en hebben zij daarbij oog voor de mensen die het minder goed hebben (“solidariteit”). De staat beperkt zich hoofdzakelijk tot facilitering van dit proces (“subsidiariteit”).
Ik studeerde in de jaren negentig: de tijd van de ondergang van het communisme met zijn volledig vertrouwen op de staat, en daarmee ook de tijd van een triomfalistisch kapitalisme met een wel heel groot vertrouwen in het eigenbelang. Het katholieke sociaal denken leek mij het (gulden) midden tussen beide.
In onze tijden van globalisering zou een “nieuw middenveld” een belangrijke rol kunnen spelen om tot een socialere internationale economie te komen. Ik denk hierbij aan (internationale) verenigingen en acties van werkgevers en werknemers, maar ook van boeren en van consumenten. Tussen de wellicht wat starre staten en de wel erg flexibele en mobiele bedrijven zouden zij hun verantwoordelijkheid kunnen nemen.
Op het werk: persoonlijke opdracht
Al snel realiseerde ik me dat het katholiek sociaal denken ook voor mij persoonlijk, als burger en als werknemer een “opdracht” inhield. Het is niet (meer) primair een systeem voor de inrichting van de maatschappij. Het gaat hierbij niet alleen om het denken en het spreken maar vooral om het doen, ten dienste van de anderen.
Concreet inspireerde dit denken mij de belangen van anderen binnen en buiten de eigen organisatie nadrukkelijk mee te wegen bij beslissingen. Bewust heb ik ook als “werknemer” in de ondernemingsraad gezeten om mee verantwoordelijkheid te dragen voor de organisatie en de belangen van de werknemers.
Helpen anderen te helpen: Vastenactie
Ruim tien jaar geleden had ik de gelegenheid bestuurlijk actief te worden voor de Vastenactie. Deze organisatie baseert zich in haar handelen nadrukkelijk op het katholiek sociaal denken. Ik ben er nog steeds enthousiast bij betrokken.
Veelal ondersteunen wij veelal (kleinschalige) sociaaleconomische initiatieven die vaak voortkomen uit locale gemeenschappen (solidariteit en subsidiariteit). Door mensen te helpen zichzelf te ontwikkelen, kunnen zij en/of hun kinderen meer deelnemen aan de maatschappij en zich als persoon meer verbinden met andere mensen (“menselijke waardigheid”). Zij kunnen hierdoor op hun beurt actiever bijdragen aan de opbouw van die maatschappij (bonum commune).
Uit de zorg om de menselijke waardigheid organiseert de Vastenactie in bepaalde gevallen noodhulpacties, zoals voor de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne. Bijdragen hieraan zijn helaas nog steeds welkom …
Het katholiek sociaal denken is voor mij op veel maatschappelijke terreinen een steeds actuele bron van inspiratie met een rijke traditie. Hoewel de nadruk in bovenstaande op het sociaaleconomische terrein lag, gaat het om heel de mens, in alle opzichten.
Iemand die voor mij in dat opzicht al lang een bron van inspiratie is, is Titus Brandsma. Wars van systeemdenken heeft hij zich jarenlang ingezet voor onder andere de ontwikkeling van heel de mens en de menselijke waardigheid. De “uiterste consequentie” die hij hieruit trok tijdens de Tweede Wereldoorlog is indrukwekkend en maakt mij bescheiden. Dat Titus Brandsma heiligverklaard is, stemt tot dankbaarheid. Hopelijk kan hij velen van ons inspireren zich in te zetten voor de “goede zaak”.